Hoe ik een meditatiejunk werd
Mijn eerste herinnering van mezelf als kind is als stresskip. Alles moest perfect gaan, ik moest perfect zijn. En als dat (natuurlijk) niet lukte, vond ik dat verschrikkelijk en gaf ik mezelf op mijn kop. Met als resultaat: de volgende keer nog harder werken. Nog meer mijn best doen. Nog minder zelfvertrouwen. Proberen om iedereen tevreden te houden. Mijn ouders, de juf, vriendinnen, vrienden van mijn ouders. Ik wist altijd precies wat ik moest doen of zeggen om mensen te pleasen. Behalve mezelf.
Toen ik na mijn bijna burn-out in de advocatuur begon als tekstschrijver, was mindfulness net een beetje in opkomst om mij heen. Maar dat vond ik toen nog heel vaag en zweverig. Mijn vader mediteerde en dat was in eerste instantie een reden voor mij om er absoluut niet aan te beginnen. Dat heb je als kind gewoon. Dat wat je ouders doen stom is. Toch merkte ik het effect bij hem. Hij werd geduldiger, zachter, zorgzamer.
Grenzen (v)erkennen
Omdat ik mezelf destijds nog steeds beschouwde als een eersteklas stresskip, terwijl ik toch uit de urenfabriek was gestapt, zocht ik naar een medicijn om die stress uit te bannen. Ik begon met yoga. Omdat Madonna dat deed, leek het me wel oké. En ik ontdekte dat je niet goed of slecht kunt zijn in yoga. Je doet gewoon wat je kunt. Heel anders dan bijvoorbeeld bootcamp waar mijn vriendinnen graag naartoe gingen om zichzelf te pushen. De yoga werd gegeven in een sportschool in Amsterdam waar de bass van de fitness dwars door de muren bonkte. Stretchen in een bouwkeet. Toch bleef ik terugkomen naar de klas. Vooral het einde van de les vond ik fijn: als we gingen navoelen wat de oefeningen met ons hadden gedaan. Eigenlijk een korte meditatie.
Wat ik leerde bij yoga – grenzen (v)erkennen – ging ik steeds meer toepassen in mijn dagelijkse leven. En stiekem begon ik te mediteren, af en toe. Als niemand keek.
Meditatiejunk
Van af en toe mediteren, ben ik tien jaar later uitgegroeid tot een totale mediatiejunk. Iedere dag mediteer ik ongeveer 20 minuten en ik begeleid meditatiewandelingen op de Blaricumse hei. Serieus. Het schijnt dat je het beste kunt mediteren in de vroege ochtend. Maar dat zou betekenen dat ik om half zes moet opstaan en dat gaat me te ver. Meestal ga ik mediteren als ik de kinderen naar school heb gebracht. Ook tijdens klussen op locatie ga ik gewoon zitten op een rustig plekje. Of op de parkeerplaats in de auto. Of in de bus. Ja, ik ga ver voor mij dagelijkse shotje. Na de lunch doe ik het soms nog een keer. Omdat ik me daardoor zo veel beter voel.
Achter de wolken een blauwe lucht
Wat de dagelijkse mediatie mij brengt? Een afstand tot mijn gedachten. Het gaat er niet om je hoofd uit te schakelen, want dat lukt toch nooit. Het gaat erom dat gedachten mogen komen en gaan. Achter de wolken van gedachten, schuilt altijd een blauwe lucht. Die wetenschap geeft me houvast, kracht en moed.
Het doel van meditatie is dus niet om gelukkiger te worden of stress uit te bannen, alhoewel dat vaak wel een prettig gevolg van meditatie is. Mediteren (het nuchter observeren van je eigen denkproces dus) doe je om:
• je geloof over wie je bent te onderzoeken
• piekeren te leren herkennen
• inefficiënt gedrag te zien
Elke emotie duurt 60 seconden en wisselt dan weer. Als ik me bang of buitengesloten voel, denk ik: dit is angst. Hoi Angst! Net als een oude bekende die ik op straat tegenkom, maar waar ik geen gesprek mee hoef. Ik vraag dus verder niet aan Angst hoe het ermee gaat, wat hij heeft gegeten of verder van plan is vandaag. Ik zeg Angst alleen even gedag. Angst mag er zijn en gaat straks vanzelf weer weg. Want alleen als je er aandacht aan besteedt, ermee in gesprek gaat, blijft Angst bij je. De emotie negeren is namelijk ook aandacht geven. Laat Angst net als alle emoties er gewoon zijn, maar ga er niet in wonen.
Kijk naar wat er wel is
De meeste mensen in dit land hebben het goed, ondanks hun problemen. En toch zijn we geneigd om te kijken wat (nog) niet goed gaat. Wat beter kan. Meditatie leert me te kijken naar wat er wel is. Je kunt altijd kiezen hoe je kijkt. Focus je op wat er (nog) niet is, of op wat er wel is? Sinds ik de beweging heb gemaakt naar kijken wat er wel is, zie ik ineens hoeveel er is. Dat alles er eigenlijk al is. Dat kan me zelfs diep ontroeren. En het brengt me ongelofelijk veel rust. Want als ik me realiseer dat alles er al is, dan hoeft er dus niets anders. Dan hoef ik niet te veranderen en de wereld om me heen ook niet. Dan is alles precies goed zoals het is. Want het is zo. En wat is, is. Verzetten tegen wat is heeft geen zin. Dus loslaten maar. Hallo ontspanning! Wat een verademing. Dat betekent niet dat ik geen wensen of dromen meer mag najagen. Maar die dromen komen niet vanuit een gevoel van tekort. Maar vanuit overvloed.
Nu is de beste tijd van mijn leven
Verder gaan de meeste gedachten over het verleden of de toekomst. Daarom is het moeilijk om te zien wat er nu is. En alleen nu. Onthoud: dit is de beste tijd van je leven. Beter wordt het niet.
Dit besef is er niet constant, maar ik probeer er wel steeds naar terug te keren. Ik denk dat ik daar de rest van mijn leven mee bezig kan blijven en ook dat is goed. Toewerken naar een staat van permanente verlichting is ook weer zo’n illusie. Want dan moet er eigenlijk toch weer iets veranderen aan de huidige situatie zoals die is. En daarin zit het nu juist de crux. Dat het hele verhaal, de hele reis, goed is zoals die is. Nu al.
Volgens het plaatje
Hoe anders was dat tijdens het plannen van ons huwelijk. Ik ervaarde enorm veel stress. Keuzestress over de gastenlijst, over de kosten, de locatie de catering, de trouwjurk, de uitnodiging. Alles moest volgens mijn zelfbedachte droomplaatje gaan. Ergens hoopte ik dat de grote dag snel voorbij zou gaan, zodat ik dan kon terugkijken op een geslaagde dag waarop niets verkeerd was gegaan. Waarop ik niemand voor het hoofd had gestoten, niet teveel had gedronken en er beeldig uitzag op de foto’s. Zoals het hoort op een koninklijke trouwdag die we allemaal volgen op tv.
Natuurlijk heb ik wel genoten van mijn trouwdag, maar ik was ook totaal gesloopt. Dat kwam er allemaal uit tijdens de huwelijksreis naar India. Dat leek ons een geschikte bestemming, want als we kinderen zouden krijgen, zat zo’n reis er voorlopig niet meer in. India dus. Het land waar juist niets ging zoals ik het had bedacht. Huilend heb ik met de reisorganisatie aan de telefoon gezeten, toen het droomhotel een teleurstelling bleek. Pas in een tempel, waar we een wens mochten ophangen in een boom, kwam ik een beetje tot rust. Ik zag de lokale bevolking in die tempel het leven nemen zoals het komt. Zonder verwachtingen, zonder haast, zonder teleurstelling. Er is alleen vandaag. Ik besefte daar hoe rijk en arm we tegelijktijdig zijn in het westen. Door in een zelf gefabriceerde gouden kooi te leven van hypotheek, kantoorbaan, files, kant-en-klaar maaltijden, smartphones en spullen. Steeds sneller en steeds meer willen we om dat lege gevoel op te vullen. Allemaal dingen van buiten halen. Maar het tegenovergestelde gebeurt. We voelen ons nog leger van binnen. Want sneller en meer brengt ons juist verder van huis.
Even inchecken
En hiermee wil ik helemaal niet zeggen dat we allemaal naar India moeten vliegen (want vliegen is vervuilend), omdat daar alles zo goed is geregeld en we daar allemaal verlichting gaan vinden. Want heel veel dingen zijn helemaal niet goed geregeld in India en daarmee zou ik tegenspreken wat ik hierboven beschrijf. Dat we niet weg hoeven van onszelf om liefde, rijkdom en alle antwoorden te vinden. Die zijn er namelijk al. In overvloed. Om dat te zien, hoef je alleen maar stil te worden. Naar binnen te kijken. En mediatie is daar een mooie methode voor. Ik ben zo blij dat ik dat heb ontdekt. Dat had ik ook in Twente kunnen ontdekken, als ik daar naartoe op huwelijksreis was gegaan. Het gaat erom dat je momenten neemt om alle prikkels, ruis, afleiding even te laten voor wat ze zijn. En de inzichten die je in stilte opdoet, ook en juist toepast in je dagelijks leven. Dat gun ik iedereen.
Mediatie hoeft trouwens niet per se op mijn manier: liggend. Je kunt ook op een (speciaal meditatie)kussentje gaan zitten, tuinieren of koken. Het gaat erom dat je regelmatig incheckt bij jezelf. Dat je de stilte opzoekt. Wel het liefst iedere dag. Het gaat erom dat je je niet steeds verliest in gedachten, spullen, eten of anderen.
Meditatie-Oefening
1. Ga rechtop zitten op een fijne en rustige plek.
2. Leg je handen op je bovenbenen, voeten naast elkaar op de grond.
3. Adem drie keer langzaam in door je mond, uit door je neus.
4. Sluit dan je ogen.
5. Focus op je ademhaling, en concentreer je op het punt bij je navel waar je lage ademhaling begint. Volg je ademhaling.
6. Komen er gedachten op? Zeg ze gedag en ga er niet in mee.
7. Keer terug naar de ademhaling.